sluiten

Verhaal: Grootburgerij Wilsum

Grootburgers van Wilsum beuren 'oud' geld

Sigaren komen er niet meer aan te pas, maar naar oude traditie wordt er nog wel een borreltje op gedronken. Dat gebeurt als begin januari twintig grootburgers van Wilsum in het gebouw naast de Nederlands Hervormde kerk hun rente komen ophalen van een gezamenlijk kapitaal dat door het verkopen van weidegrond in het Voorslag is ontstaan.

De geschiedenis van de zogeheten grootburgers gaat lang terug. Zoals bekend is Wilsum geen dorp maar een (kleine) stad vanwege oude stadsrechten. De bewoners werden al vroeg verdeeld in 'inwoners' en 'burgers'. De laatste groep kon zich ook inkopen in bepaalde rechten, het grootburgerrecht genoemd. Na het ontstaan van de polder Mastenbroek werd een deel van de polder aan Wilsum toegewezen en kregen de grootburgers het gebruiksrecht van deze grond.
De geboren en getogen Wilsummer H. (Henk) Fix zorgt als penningmeester van de Burgerij van Wilsum al een paar jaar voor het uitbetalen (contant) van de bovengenoemde penningen. Hij weet veel van de geschiedenis van het grootburgerrecht.
Je kon alleen grootburger worden als je in Wilsum geboren was en je vader ook dat recht bezat. Dat is later trouwens veranderd in wonen binnen de gemeentegrenzen omdat er ook wel kinderen werden geboren in het ziekenhuis. Dan was het voldoende als je ouders in Wilsum woonden en het burgerrecht bezaten. Het grootburgerrecht kon je dus erven, maar dat was alleen voor de zonen weggelegd. Het vererven geschiedde in de mannelijke lijn. Zij kwamen pas in aanmerking voor een perceel al ze “eigen vuur en licht hadden”, dus zelfstandig woonden.
Belangrijk voor de meestal kleine boeren (keuterboertjes) in Wilsum waren de weiderechten. De grootburgers, de gemeente Wilsum en de kerk hadden ieder een of meerdere percelen grond. Het zogeheten Groot Burgerland, de gemeenschappelijke weide, werd later in twintig percelen verdeeld en daar konden dus twintig grootburgers gebruik van maken. Op de eerste zaterdag van november werd geloot wie het volgend jaar over welk perceel kon beschikken.
Henk Fix, de huidige penningmeester, die een afstammeling is van de vroegere onderwijzer, voorzanger en koster Fix, (1748), weet nog van een hoogoplopend conflict in 1835 waarbij de voorvaderen betrokken waren. “Door de toenmalige gemeentesecretaris werd in 1835 een gemeentelijke deel van de gemeenschappelijke weiden verkocht en daardoor moest de onderhoudsplicht voortaan geschieden door de twee overige partijen, de kerk en de grootburgerij.” Er werd een proces aanhangig gemaakt bij de provincie en daarvoor moest de gemeente reglementen opsturen die getekend waren door verschillende mensen. Daar stond niet de handtekening bij van voorvader Fix, want die vond je terug onder het verweerschrift. Hij stond namelijk achter de grootburgers, maar moest als wethouder de verkoop verdedigen. Als uitkomst van het geschil kregen de kerk en de gemeente eigen stukken grond. Er bleven twee stukken grond van samen circa achttien hectaren over, waar de gemeente en kerk geen zeggenschap meer over hadden.
In opdracht van Napoleon – Nederland viel in die tijd onder Frans gezag – werd alles in kaart gebracht. Bijgaande kadastrale kaart van Wilsum, daterend uit 1832, heeft daarom ook nog Franse benamingen zoals Commune de Zwolle.

Verkoop
Het achttien bunder land van de Grootburgerij Wilsum werd omstreeks 1980 verkocht aan de inmiddels alweer opgeheven SBL, de Stichting Beheer Landbouwgronden. Het was nog in het gulden tijdperk en de Wilsummers konden er een bedrag van circa 14.000 gulden voor krijgen per hectare.
De grootburgers die heel vroeger hun vee in het Voorslag lieten grazen (en in latere tijden het zogenaamde voorgewin mochten hooien) of die de grond beschikbaar stelden/verpachtten aan andere boeren hadden later alleen nog de beschikking over de jaarlijkse rente uit dit groene kapitaal. De peildatum is nog steeds de eerste zaterdag van november, om exact te zijn om 12.00 uur (het tijdstip van de jaarlijkse loting) maar de uitbetaling is nu verschoven naar begin januari omdat de rente dan pas beschikbaar is.
Die uitbetaling geschiedt nog steeds aan twintig grootburgers. In de tachtiger jaren moest je vaak ruim twintig jaar wachten voordat men zich zo mocht noemen. Door verhuizingen naar elders of sterfgevallen zonder opvolgende zonen is de wachtlijst de laatste jaren korter geworden. Er zijn nu (2016) nog slechts drie wachtende burgerst. Zij hoeven nu de rente zo laag staat echt niet op grote uitkeringen te rekenen. Een aantal jaren geleden is al besloten om een deel van de rente uit te keren en een ander deel bij het kapitaal te voegen om de inflatie wat tegen te gaan. Een verstandig besluit, aldus de huidige penningmeester. Ook voor de komende uitkering in januari 2017 moet er weer gezorgd worden voor twintig geldzakjes gevuld met het gepaste bedrag, want dat doen banken niet meer in het girale tijdperk. Maar dan is het op die eerste vrijdagavond ook in een uurtje gebeurd, inclusief een jaarvergadering van de Grootburgerij Wilsum. Bij de uitkering zijn de grootburgers en soms wachtende burgers (die hun vader of moeder vertegenwoordigen) aanwezig. De vergadering wordt met koffie en koek en de traditionele borrel besloten.

Bron: H. Fiks
Auteur: Rita Ras
Foto's: Bernard Reuvekamp

Bron(nen): 
H. Fiks