sluiten

Verhaal: Gedachten over de Polder Mastenbroek deel 6

Gedachten over de polder Mastenbroek

Oud Mastenbroeker Cor Kok (hij woonde bij de Boxem) reist aan de hand van zijn herinneringen door de polder Mastenbroek. Omdat hij veel te vertellen heeft wordt zijn verhaal in een paar afleveringen geplaatst.

Postbodes
De postbodes in de polder hadden het vroeger zwaar, zeker bij sneeuw of harde wind. In de strenge winter van 1962-1963 kwam een postbode bij ons aan in de Boxem en had de hele polder nog voor zich maar hij was al net een sneeuwpop. Mijn moeder nodigde de man in de keuken en zette hem voor het fornuis. Ze deed de klep van de oven los – het was een ouderwets fornuis dus de oven was goed warm – en zei tegen de postbode: zet de schoenen maar op de klep. Maar de man stak de schoenen met de voeten erin en even later krulden de rookwolken door de keuken. De schoenen met de oude spekzolen stonden door de hitte bijna in de brand. De postbode is een uurtje later weer vertrokken richting Zwolle, want de wegen waren onbegaanbaar.
Bij oude postbodes zoals Jaap Esselink ging het anders: hij kwam ook in de keuken want brievenbussen waren er nog niet. Jaap vroeg aan mijn moeder; ‘Mag ik nog een brief boven de waterketel houden want ik moet hem losmaken want ik weet niet voor wie die is.’ Van Ittersum Mastenbroek, meer stond er niet op. Jaap kreeg hem los en riep beste Jan en Jantien, ik geloof dat hij zei van Nieuwe Wetering 22.
Nou verder aan de Bisschopswetering de boerderij van Van de Leeuw, daarvoor Harm Boer, en dan de directeurswoning van de zuivelfabriek en de fabriek. Op de hoek Bisschopswetering-Breesteeg stonden twee huizen, vroeger bewoond door vier families nu twee.

Drie bruggen
Bij de drie bruggen staan minder huizen dan bij de kerk en de Boxem. Visscher transport van grond en kranen is voor Mastenbroek een groot bedrijf. Daar tegenover staan twee mooie grote boerderijen van Pelleboer en Van de Weerd. De boerderij van Van de Weerd is waarschijnlijk later gebouwd, heeft een heel andere stijl en geen hoge terp. De laatste rechts was van de familie Wup. Verder richting de Koekoekspolder de boerderij van Sellis, met de naam Arbeid Adelt, maar men weet: adel arbeid niet.

Melkrijders
Ik wil nog opmerken dat in Westenholte veel melkrijders woonden, vaak kleinere boeren die daarnaast de melkbussen van andere boeren uit de Mastenbroekerpolder naar de fabriek brachten. Ze brachten dan vaak wei afvalproduct weer mee voor het jongvee. Eerst gebeurde dit met paarden, later met tractoren.
Bruins had de melkwagen in de zomer aan de Oude Wetering staan tussen de Boxum en Bernard Reuvekamp in het land. Als de wagen praten kon zou hij heel wat romantische verhalen kunnen vertellen. Niemeijer kwam dacht ik uit Spoolde. Die had het weiland naast Bernard Reuvekamp zijn landweg aan de zuidkant. Dan waren er nog Nijs en Peters uit Westenholte en Derk Bos uit ’s Heerenbroek.
Anton Jacobs die zelf ook koeien had en een boel varkens, voerde afval van de Chinees en andere afval aan de varkens. Daarom zei ik een keer tegen Anton: je voert ze mooi goedkoop. Vond hij zelf ook: ‘Maar je moet wel uitkijken want vorige week stikte me zowat een varken in een kunstgebit.’
Vroeger, zo in de jaren twintig van de vorige eeuw, werd in de polder ook hooi verkocht. De hooibergen zijn nu meest weg of allemaal. Maar er werd in die tijd vaak een halve hooiberg vol hooi verkocht. Vaak ging het met boten naar Friesland.
Tot slot nog enkele namen van percelen weiland, vaak een naam van de vorige eigenaar: de Prikhoed was een stuk weiland vlakbij de Milligersteeg. De naam komt van een makelaar met een hoedje op, de Wattenbos was van Kattenberg, en op Twijgaard zal wel lang twijg verbouwd zijn.

Cor Kok.

Dit is tevens het laatste deel.

Bron(nen): 
Door Cor Kok wonende aan de Boxem